EEN VOLGENDE DAG

Het idee voor deze blog zat al een poosje in mijn hoofd. Maar ja, tussen idee en daad zitten agenda's in de weg, en praktische bezwaren, en boodschappenlijsten en duizend things to do. Ik vond ook telkens nog geen passend begin: hoe start je met een blog over hoe het is als je liefste ineens blijkt opgescheept met een ongewenste logé die Uitgezaaide Borstkanker heet, een koffer vol verdriet en angst en gedoe bij zich heeft, en zich bij jullie op de bank nestelt met het vaste voornemen om niet meer weg te gaan? 

Nou ja, je begint dus gewoon op een dag. Althans, dat doe ik bij deze. Dat komt eigenlijk omdat ik hardloop, en onlangs besefte dat er paralellen te trekken zijn tussen hardlopen en samen ziek zijn, en dat dat best een mooie kapstok is om verhaaltjes aan op te hangen. Dat moet ik even uitleggen. Ik ben aan het trainen voor een halve marathon, en ik zamel daarmee geld in voor het KWF: dit fonds maakt kankeronderzoek mogelijk, en dat is belangrijk. 

Ik ga dus rennen voor het KWF. Nu ren ik al heel lang, maar een halve marathon is nieuw voor me. Er staat ook iets op het spel. Zo voelt dat, want als een hoop mensen heel lief geld doneren moet ik natuurlijk wel zorgen dat ik die ruime 21 kilometer een beetje fris volmaak. Dat trainen is een bijzonder proces. Het kan vriezen en het kan dooien, merk ik. Aha. Daar hebben we de parallel met samen ziek zijn al te pakken. 

Mijn lief en ik merken allebei dat de ene dag de andere niet is. Soms gaat alles best vlot en lichtvoetig, en dan ineens weer niet. Dan dringt die K-logé zich weer op, is er ongemak, vermoeidheid of pijn (of een combinatie van die drie), voelt alles zwaar, en kunnen we niet lekker door. Moeten we plannen bijstellen of schrappen, ergens afscheid van nemen, accepteren dat het stukje dag dat we kunnen plukken kleiner is dan we zouden willen. Ik kan daar soms goed mee omgaan, en soms ook niet. Dan schaam ik me weleens. Want ik wil graag een fijne geliefde zijn, die altijd alles aankan. Dat ben ik dus niet. Of in ieder geval niet altijd. Dat hoeft ook niet, zegt mijn lief dan. En er is altijd weer een volgende dag. 

Eergisteren liep ik 12 km. Het ging zozo, op het eind voelden mijn benen zwaar en kon ik niet lekker door. Ik baalde. Ik wil namelijk graag een goede hardloper zijn, die dat gewoon wel even doet, zo'n halve marathon. Dat ben ik dus niet. Of in ieder geval niet altijd. Dat hoeft ook niet, zegt mijn lief dan. Vandaag liep ik een 5 km, in een hoog tempo. Ging vlot en lichtvoetig. Het klopt dus. Er is altijd weer een volgende dag. 

En o ja, mijn lief heet Rommy. Ik ren en ik schrijf voor haar. 




Reacties

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

PALLIALIEF