Posts

Afbeelding
GROTE BLOTE FOTO Het zieke lichaam van mijn liefste heeft veel te verstouwen. Zo is ze in de loop der tijd het nodige kwijtgeraakt. Om te beginnen een borst. De lymfeklieren in haar linkeroksel. Haar haar. Dat kwam ook wel weer terug, eerst in de vorm van schapenkrulletjes, later weer min of meer zoals daarvoor, maar inmiddels is het steeds dunner en kwetsbaarder. Intussen zijn er ook een paar centimeters van haar lengte afgesnoept: haar wervelkolom zakt langzaam in, omdat uitzaaiingen zorgen voor kleine breukjes in haar botten. En tja, dan krimp je dus een beetje…. Verder is haar ‘powerhouse’ verzwakt: de spierkracht in haar buik, rug, bekkenbodem en middenrif neemt af. Het is dus best hard werken om goed rechtop te blijven zitten en te lopen, zeker als ook je energie en je conditie zijn geslonken. Adem komt ze soms ook tekort: in haar lijf is er een steeds groter probleem met de plek van haar maag ten opzichte van haar longen, en dat merkt ze. En dan zijn er nog de aderen waardoor ha
Afbeelding
  (V)AARDIGHEDEN Als de nood het hoogst is en de redding niet nabij, dan helpt het als iemand gewoon aardig is en het hoofd koel houdt te midden van al het gedoe. Bij ons is er best veel gedoe, dus wij kunnen het weten, zeg maar. Zo heeft mijn lief al een hele poos klachten die niemand snapt: heftige misselijkheid die op de gekste momenten opkomt en haar volkomen onderuit haalt, soms wel drie keer per week. Is het de kanker? De chemo die ze in inmiddels in vele smaken gehad heeft? De morfinepomp? Zit het in haar hersenen? Of komt het toch door een COVID besmetting? Een heel peloton artsen heeft zich er intussen over gebogen. Geen van hen spoorde de oorzaak op, en daarmee is er ook geen echte oplossing. Niks aan te doen. Of toch?   Tijdens een controle afspraak met onze verpleegkundig specialist vertellen we haar dat we ons soms best eenzaam voelen, ploeterend in deze malaise. Al die dokters, ze zijn echt wel betrokken en trouwens meestal ook aardig (een enkele hork daargelaten). Maar z
Afbeelding
NIET ZEGEVIEREN  Het regent, het waait, december neemt de laatste hapjes van dit jaar, nog heel even en dan is het op. Op naar 2024! Met vrede graag, heel snel en overal a.u.b, en vertrouwen, verbondenheid, minder CO2 en meer vrolijkheid, en dat alles maar beter mag worden voor iedereen. Maar eerst nog één keer terugkijken: hoe was dit jaar voor ons?   Mooi en vol liefde: we hebben elkaar veelvuldig gekust, verrast, vastgehouden, getroost, bemind. We zijn op reis geweest, we hebben dansjes gemaakt (wel steeds ietsje korter), we hebben gevierd (de liefde, Sinterklaas, Sint Pannenkoek, de overwinningen van Femke Bol, onze verjaardagen), en genoten (van liedjes, films, vrienden, buren, kopjes thee, heerlijk luie zondagochtenden, warme wollen dekentjes, gesprekken en verhalen, onze handen in elkaar, en van nog heel veel meer dingen, soms groot en steeds vaker klein). En we gingen uit eten omdat we zes jaar getrouwd waren.    Pittig en droef: 2023 was ook een jaar met heel veel misselijke d
Afbeelding
ONCOLOGICA Toen mijn lief haar diagnose kreeg zagen we meteen van alles voor ons. Pijn bijvoorbeeld. Die was er al en zou misschien nog wel veel erger worden, vreesden wij. We vreesden ook allerlei andere dingen, waarbij een snel en meedogenloos verloop van de ziekte met stip op 1 stond. Logisch natuurlijk. We waren bang, we stonden ineens in een pikdonker bos. Maar veel van de dingen waar we bang voor waren gebeurden niet. Zo is mijn liefste er nog steeds, om maar eens wat te noemen. De pijn is intussen getemd door een morfinepomp die in haar buikwand is geplaatst. We zijn allebei aan dat ding gewend, ook tijdens het minnen. Logisch, we hebben elkaar onverminderd lief, daar komt niks tussen.                                     Ook logisch: de manier waarop  de behandelingen elkaar in de afgelopen jaren hebben opgevolgd. Steeds als iets het niet meer deed, was er iets anders. Bestraling en chemo. Andere chemo. Hormoontherapie. Andere hormoontherapie. Chemo. Weer hormoontherapie. Mijn l
OVER BUREN Goede buren, je kunt er niet genoeg van hebben. Wij hebben mazzel: we wonen in een gebouw met vijf woonlagen en vier appartementen per verdieping, dus buren zat. Dat is overwegend prettig. Natuurlijk is er ook wel eens wat gedoe in ons huis, zoals we het gebouw noemen, maar de meeste mensen om ons heen zijn gewoon aardig, maken een praatje bij de lift, nemen pakjes aan, of houden de deur voor je open als je met tassen vol boodschappen naar binnen moet. Met een aantal buren heeft het contact zich in de loop der tijd ontwikkeld tot een fijne buur-vriendschap, waarin praatjes goede gesprekken zijn geworden, we elkaars reservesleutels hebben, planten of poezen verzorgen bij vakanties, borrels en kopjes thee drinken, sjoelbak festijnen organiseren, én waarin we elkaar in geval van nood, ziekte of bange dagen helpen, troosten, adviseren en voorzien van pannetjes soep. Deze opsomming beschrijft eigenlijk ook meteen wat het zo ongeveer is, een goede buur. En het mooie is: je hoeft e
Afbeelding
NUTORIALS (2): VAKANTIEKUNDE Ik vertelde een poosje geleden dat mijn zieke geliefde en ik ons best doen om in het hier en nu te blijven. En dat we regelmatig even niet meer weten hoe dat moet. En dat ik daarom zo af en toe zelf maar een soort tutorial schrijf, of eigenlijk een NUtorial: een beschrijving van iets wat mij en mijn liefste helpt om in het moment te leven, met een korte uiteenzetting van hoe we dat dan zo ongeveer doen. Ik kondigde vrolijk aan dat die Nutorials een nieuwe rubriek zouden gaan vormen in dit blog, en vervolgens schreef ik er na de eerste geen enkele meer. Tja, dat krijg je hè, met die focus op het hier en nu: er is steeds iets anders om over te schrijven en daar ben ik dan druk mee. Maarrrr….hier is er dan weer een, een kersverse NUtorial, deze keer in de categorie ‘Vakantiekunde’.  Stel. Je wil niet één, maar drie reisjes boeken deze zomer, omdat je er alles uit wil halen wat er in zit.  Tip 1: doen. Nu. Tip 2 : als je twijfelt, omdat de kans best groot is da
Afbeelding
CHIEF THANK YOU OFFICER We zijn in Wales, mijn lief en ik. Zij rijdt, da’s het beste medicijn tegen wagenziekte. Op de smalle, bochtige weggetjes van het platteland moeten we regelmatig even aan de kant voor een tegenligger. Of die tegenligger gaat aan de kant voor ons, dat gebeurt net zo vaak. Een van ons tweeën wijkt een beetje uit naar de zijkant van de weg, met wat mazzel is daar een pietsie ruimte in de berm, en soms is er een heuse ‘passing place’.  Als dat er allemaal niet is, dan wordt het een kwestie van een stukje achteruit rijden, en zowaar, na een metertje of 10–15 is er meestal wel een mogelijkheid om alsnog opzij te gaan. En in het uiterste geval klap je gewoon je spiegels in en doe je je ogen dicht, hopend op een goede afloop. Wie van de twee deze manoeuvre(s) uitvoert wijst zich altijd vanzelf:  iedereen houdt zich hier blijkbaar aan ongeschreven regels die volgens mij een mix zijn van hoffelijkheid en gezond verstand (je kunt wel drammerig doordouwen met je Vauxhall, m