VIEZE VRIENDEN

Als ik een lang stuk hardloop en het wordt langzaam ietsje zwaarder, dan bedenk ik vaak iets om het mezelf wat makkelijker te maken. Voorbeeldje: ik knip de afstand die ik nog moet denkbeeldig in kleinere stukken: tot aan het zwembad, dan naar het begin van het park, dan langs de singel, en hup naar huis. Bij elk afgelegd stuk denk ik dan: yes, afvinken! En dat geeft me dan elke keer een zetje. Tja, je moet jezelf (en je spieren) af en toe een mentaal snoepje geven....

Toen Rommy een hele poos twee keer per dag vier chemopillen moest slikken hebben we iets soortgelijks bedacht. Dat slikken was in die tijd sowieso geen makkie, dat kwam door de bestralingen - die maken meer kapot dan je niet lief is. Je slikspieren, bijvoorbeeld. En die pillen waren Erg Groot. En vies. Maar ja, ze moesten er wel in. Want, zo beseften we, die pillen zijn ook onze vrienden. Vieze vrienden weliswaar, maar toch: vrienden. Ze helpen de kwaaie cellen te temmen, dus we willen ook dat ze elke dag op bezoek komen. Van harte welkom zelfs. Maar ja, hoe krijg je ze in vredesnaam elke keer weer doorgeslikt? 

Daar vonden we dus iets op. We maakten het concreet en gingen ons bij elke slik-sessie afvragen wie er nu weer op bezoek kwamen. In het begin waren dat mensen uit onze eigen omgeving: vrienden, buren, lieve mensen uit het ziekenhuis, familieleden. Dan pakte Rommy de eerste pil en zei: nou oom Wieb, daar ga je. En hup, tante Klaasje, jij bent nummer 2. En zo gingen we door. Al gauw schakelden we over naar viertallen uit de muziek, uit series, stripverhalen, kunst, boeken, en ga zo maar door. Het werd een schier eindeloze stoet van 'chemo-vrienden': De Beatles, de Stones, Charlies Angels (en Bosley), de Three Degrees (en hun manager), de Beegees (en Andy Gibb), diverse viertallen uit de cast van Casa de Papel, Suske en Wiske en Lambik en Sidonia, de Dolly Dots (soms smokkelden we een beetje), Janis Ian, Karen Carpenter, Dolly Parton en Carol King (soms stelden we zelf een gelegenheidsviertal samen). Ze hielpen, allemaal. 

Eén van onze favoriete viertallen was ABBA. Zo fijn als zij langs kwamen (ze waren niet te beroerd om best vaak terug te komen), want wij houden van ABBA. Altijd al, maar in deze setting werden Anna, Björn, Benny en Annafrid snoepjes voor de geest. Ze gaven Rommy (en haar slikspieren) elke keer een zetje. En niet zelden luisterden we na het slikken der pillen nog even naar Dancing Queen of The Name of The Game, of naar The Way Old Friends Do of Fernando (die laatste twee vinden wij zeiknummers, en die wil je dan soms juist horen om er samen bij te gruwelen en/of de slappe lach te krijgen). 

Op dit moment hoeven de chemopillen niet, er zijn andere voor in de plaats gekomen. Die slikken makkelijker weg, geen vrienden bij nodig dus. Maar ik weet dat we ze wel weer weten te vinden, als het opnieuw nodig is. The Way Old Friends Do.




Reacties

Populaire posts van deze blog

PALLIALIEF