ONCOLOGICA

Toen mijn lief haar diagnose kreeg zagen we meteen van alles voor ons. Pijn bijvoorbeeld. Die was er al en zou misschien nog wel veel erger worden, vreesden wij. We vreesden ook allerlei andere dingen, waarbij een snel en meedogenloos verloop van de ziekte met stip op 1 stond. Logisch natuurlijk. We waren bang, we stonden ineens in een pikdonker bos. Maar veel van de dingen waar we bang voor waren gebeurden niet. Zo is mijn liefste er nog steeds, om maar eens wat te noemen. De pijn is intussen getemd door een morfinepomp die in haar buikwand is geplaatst. We zijn allebei aan dat ding gewend, ook tijdens het minnen. Logisch, we hebben elkaar onverminderd lief, daar komt niks tussen.                                  

Ook logisch: de manier waarop de behandelingen elkaar in de afgelopen jaren hebben opgevolgd. Steeds als iets het niet meer deed, was er iets anders. Bestraling en chemo. Andere chemo. Hormoontherapie. Andere hormoontherapie. Chemo. Weer hormoontherapie. Mijn lief heeft er profijt van, en ook heel veel last. Alweer logisch, medicijnen hebben een prijs, bijwerkingen zijn all in the game. 


Te midden van al deze oncologica is er ook een flinke portie on-logica: vreemde aanvallen van enorme misselijkheid, mijn liefste heeft ze sinds ruim twee jaar. Die aanvallen komen zo’n beetje elke week, vaak 2 of 3 achter elkaar, ze duren minstens 12 uur en ze zijn hels. Niemand begrijpt ze, geen enkele arts weet er raad mee, alle logische paadjes lopen dood, en het lukt maar zozo om de symptomen te bestrijden. Ondertussen verpesten de aanvallen regelmatig de hele boel, da’s dan wel weer logisch. 

 

Vandaag hadden we – na veel gedoe en lang wachten - een belafspraak met een gespecialiseerd ziekenhuis waarnaar we bij wijze van laatste strohalm waren doorverwezen. Eigenlijk zou mijn liefste dokter Strohalm gewoon zelf te woord staan, maar dat kon niet, vanwege, jawel, een aanval. Dus deed ik het. Het gesprek duurde een minuut of 5. Dokter Strohalm klonk vriendelijk en vlot, stelde een paar vragen, maakte wat grapjes en trok een snelle conclusie: dit is erg moeilijk, eigenlijk hebben we hier niks voor, maar we kunnen wel iets voorschrijven dat heel soms werkt. Ik vertelde hem hoe pittig het is voor mijn lief, en dat we er behoorlijk wanhopig van zijn. ‘Da’s logisch, ik ook’, zei hij. Ik denk dat hij bedoelde dat hij baalde omdat het maar de vraag is of hij ons probleem kan oplossen. Dat balen siert hem én het is logisch, want problemen oplossen, daar ben je van, als dokter. Als dokter heb je het bovendien retedruk, dus houd je je gesprekken logischerwijs kort en rond je na 5 minuten af. 

 

Ik realiseerde me dat de ene logica de andere niet is. Er is die van dokter Strohalm, aan de telefoon in een druk ziekenhuis, met snelle stappen van de ene naar de andere ingewikkelde casus, hup, en door. En er is die van ons. Ik met een emmertje bij mijn lief, de telefoon hoopvol in mijn achterzak, straks belt hij! Mijn lief in ons bed, haar lippen stuk, haar huid bezweet, haar hand op mijn been. 

 

Morgen ga ik naar de apotheek. En dan over 6 weken weer bellen met dokter Strohalm. Niet eerder, want zo’n middel heeft wel even tijd nodig om überhaupt effect te kunnen hebben. Logisch. 

 

 



 

 

 

 

 

 

Reacties

  1. Och mupkes, binnen vijf minuten weer zes weken de baan op geschoven... Dikke knuffel van Karin

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Knap hoe je ons deelgenoot maakt van hoe het logischerwijs gaat, rustig en constaterend, maar ook wat het met jullie doet. Er klinkt geen verwijt maar we voelen als lezer duidelijk jullie herkenbare behoefte. Gelezen en begrepen!

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

PALLIALIEF