KOM TERUG

In ons pallialieve leven zijn er dingen die steeds terugkomen, ook al willen we dat liever niet. Eén van die dingen: periodieke controles en scans. Niet onze hobby. Meten is weten, allemaal hartstikke mooi, maar vooral prettig als je iets hoort wat fijn is om te weten. We zijn er altijd wat zenuwachtig voor, zelfs in fases waarin we relatief ontspannen het ziekenhuis binnen stappen omdat het allemaal best wel goed lijkt te gaan. Ook dan is het altijd een grote opluchting als de bloedwaarden goed blijken, en de scan onveranderd. Momenteel zijn we bezorgd. Mijn liefste voelt zich moe en zwakker, en uit een recente check blijkt dat de tumormarker behoorlijk gestegen is. Meten is zweten, we schrokken toen we de grafiek zagen. 

 

Bezorgdheid, schrik: ook van die hardnekkige terugkomers. We staarden naar het scherm waar die grafiek op stond (we hadden voor deze ene keer besloten om zelf vast even in het digitale patiëntendossier te kijken. Zul je net zien). Ik voelde mijn adem stokken. We pakten elkaar vast, en hij kwam weer terug. Zo werkt het ook, gelukkig. 

 

Laatst kwam ik zelf ook terug, nadat ik drie dagen in mijn eentje in Twente was wezen wandelen. Dat was fijn, en ik vond het ook heerlijk om weer bij mijn liefsteling te zijn. Maar onderin mijn rugzak zat een dikke prop verdriet. Ik probeerde nog om ‘m samen met mijn T-shirts en sokken in de wasmachine te stoppen, maar dat werkte niet. De prop kwam steeds terug. Ik denk dat dat deels kwam door Joop en Margriet. 

 

Ik weet niet of ze zo heten, ik heb deze namen zelf voor ze bedacht. Ik ontmoette ze op een van mijn wandeldagen, tijdens een pauze op een bankje bij de kerk. Ik at daar een ijsje, en zij kwamen aanfietsen. Ze vroegen of ze er even bij mochten komen zitten. Tuurlijk. Joop en Margriet waren zestigers. Ze hadden een caravan, vertelden ze, ze stonden in de buurt op een kleine camping.  Ze waren er al een week, Joop had nog veel vrije dagen die op moesten. Hij was elektromonteur, hij moest nog een paar jaar. Maar nu genoten ze dus al, van weekjes als deze, en van het fietsen. Want het is hier mooi hè. Ja, het is hier prachtig inderdaad. Margriet had een broodtrommel op schoot, daar haalde ze een krentenbol uit die ze aan Joop gaf. Wil jij ook, vroeg ze mij, maar ik hoefde niet, ik had net dat ijsje op. Na een half uurtje stonden ze weer op om hun tochtje te vervolgen. We zien wel waar we uitkomen, zeiden ze, ze hadden de tijd. Bij het wegfietsen frummelde Joop nog even aan het kraagje van Margriet’s poloshirt, dat zat niet helemaal goed. Ik keek ze na. En toen voelde ik dus die prop. 

 

Vrije dagen die niet op hoeven. Genieten. Want het is hier prachtig. Samen op een bankje met een krentenbol. Even het kraagje goed, en dan gewoon weer verder fietsen. We zien wel waar we uitkomen. We hebben de tijd. 

 

Sommige dingen komen niet meer terug. 

 

 

Reacties

  1. Wat weer prachtig omschreven lieve, stoere, dappere vrouw met een net zo lieve, stoere, dappere vrouw. Ik heb bewondering voor jullie. En heel veel liefde.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat ontroerend mooi weer beschreven Car, en wat een voelbare ellende toch ook. Dikke knuffel!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Zo prachtig weer verwoord. Die prop is ellendig maar hoort bij houden van en onzekerheid😘

      Verwijderen
  3. Die dikke prop verdriet voel ik met jullie mee en die is er samen met een nog grotere prop liefde en respect voor jullie saampies….♥️

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Ja, ik voel ‘ m ook Car en Rom…

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

PALLIALIEF