NOWHERE SPECIAL

We waren naar de film. Een zwoele avond was het, zo’n echte, waarop het zindert op de propvolle terrassen en er een lauwwarm windje langs je wang strijkt. Het was rustig in de bioscoopzaal, iedereen zat buiten. Wij dus nog even niet. We keken naar Nowhere Special, het verhaal van een alleenstaande vader (John) die vanwege een ziekte niet heel lang meer te leven heeft, en daarom voor zijn vierjarige zoontje Michael op zoek gaat naar een fijn adoptiegezin. Voor later. 

Nowhere Special is een juweel van een film, vooral omdat alles wat groot en heftig is er ontroerend klein in verteld wordt. Geen breed uitgesponnen ziekenhuis scènes met bedrukt kijkende artsen. Geen nadruk op symptomen en kwalen, geen melodrama. In plaats daarvan: één zwijgende scène in een wachtkamer, één gefrustreerde trap tegen de zijkant van een auto (oké vooruit, het waren drie trappen, maar wel in één uitbarsting), en een paar hints naar wat er mis aan het gaan is met John: een oog dat even raar doet, een hand die net iets teveel trilt bij het inschenken van een glas sinaasappelsap, een hoofd dat een paar seconden tegen het raam moet rusten, na een klim op de trap die hij als glazenwasser gebruikt om zijn inkomen bij elkaar te lappen. Ook in de liefde tussen vader en zoon blijft het klein. Gewoon samen op een viaduct staan en kijken naar de vrachtauto’s. Voorlezen in bed. Een ijsje eten. Samen met het karretje door de supermarkt racen, op zoek naar eieren voor de verjaardagstaart. Samen de kaarsjes op die taart zetten, één voor één. En je vader dan een extra kaarsje geven. Alvast voor volgend jaar, want sommige dingen moet je gewoon afdwingen. 

Later, op het terras (het zinderde nog steeds), praatten we nog een poosje na. Wat was er hoopvol in dit verhaal? Dat je je, uiteindelijk, kunt verzoenen met je lot. Wat herkenden we? Dat dat lot best kut kan zijn. Dat verdriet vaak in kleine dingen zit. En dat hetzelfde geldt voor liefde, ontroering en vierkracht. Dat het allemaal niet met grote gebaren hoeft - dat kan vaak ook niet eens. Dat er zoveel moois zit in wat niet wordt gezegd maar wel gevoeld, of gedaan. Met een blik, een aanraking, een jongenshandje op een vadersbovenbeen.

Ook onze beste momenten zijn vaak klein. Ik lees Rommy voor in bed. Zij legt een dekentje over me heen  als ik ben weggedut op de bank. We dansen vier maten rumba. Ik doe boodschappen en sla allerlei lekkers in wat niet op het lijstje staat. Zij pakt de tas uit en roept bij alles: Jaaaa! Daar had ik net zin in! 

In augustus is ze jarig. Misschien gaan we ergens heen, en ik ga sowieso een extra kaarsje kopen voor op de taart. Verder niks speciaals. 

Reacties

  1. Ik wens een extra kaarsje ja voor volgend jaar. Zo warm en liefdevol en met troost en verdriet eronder. Dierbaar.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

PALLIALIEF